2-9 FEBRUARI 2024
WEEK TEGEN PESTEN
Voor de Week tegen Pesten nodigt het Netwerk voor Pastoraal met Jongeren uit om te verbinden en maskers af te zetten.
Met onderstaande methodieken verbind je de kinderen en jongeren in je groep en nodig je hen uit om te laten zien wie ze echt zijn.
CIRKELMETHODIEK
Timing
Korte versie: vijf minuten
Lange versie: vijftien minuten
Vooraf
Bereid vragen voor op maat van je afdeling/groep: de bedoeling is dat iedereen zich op zijn gemak voelt en dat jullie elkaar wat beter leren kennen. Zorg voor uiteenlopende vragen, hieronder vind je suggesties.
Verloop
De groep staat in een cirkel op comfortabele afstand, wie ‘ja’ antwoordt, zet een stap naar voren. De binnencirkel kijkt even wie er nog staat en dan doen ze samen iets: een korte move of dansje, een schouderklop … Daarna stapt iedereen terug naar achter en is het tijd voor de volgende vraag. De kinderen of jongeren ontdekken zo met wie ze wat gemeen hebben en hoe ze van de andere groepsleden verschillen.
Suggesties voor vragen
- Vragen voor de jongste afdelingen:
- Vragen voor de oudere afdelingen:
VERHAALMETHODIEK
Timing
Korte versie: tien minuten
Lange versie: dertig minuten tot een (les)uur
Vooraf
Meer dan één bijbelverhaal is op verschillende manieren te lezen: vanuit het perspectief van telkens een ander personage, komen er originele invalshoeken tevoorschijn. Je kan bij de gebeurtenissen in het verhaal blijven of een thema kiezen om rond te werken, bijvoorbeeld vriendschap.
Verhaal van de vijf vrienden (Genezing van de lamme)
Marcus 2, 1-12 (https://www.debijbel.nl/bijbel/BGT/MRK.2)
Een tijdje later kwam Jezus terug in Kafarnaüm. Toen de mensen hoorden dat hij er weer was, kwamen ze allemaal naar zijn huis. Zelfs buiten voor de deur was er geen plaats meer. Jezus vertelde de mensen over God.
Toen kwamen er nog vier mensen aan. Ze droegen een man die niet kon lopen. Maar door de drukte konden ze hem niet bij Jezus brengen. Daarom maakten ze een gat in het dak, precies boven Jezus. Ze lieten hun zieke vriend op zijn draagbed naar beneden zakken.
Jezus zag dat die mensen in hem geloofden. Daarom zei hij tegen de man die niet kon lopen: ‘Ik vergeef je alles wat je verkeerd gedaan hebt.’
Er zaten een paar wetsleraren tussen de mensen. Die dachten bij zichzelf: Zoiets mag hij helemaal niet zeggen! Hij beledigt God. Alleen God kan de zonden van mensen vergeven!
Maar Jezus wist wat ze dachten. Daarom zei hij tegen hen: ‘Het is anders dan jullie denken. Het lijkt makkelijk om tegen iemand die niet kan lopen, te zeggen: ‘Ik vergeef je alles wat je verkeerd gedaan hebt.’ Het lijkt veel moeilijker om tegen hem te zeggen: ‘Sta op, pak je draagbed op, en ga lopen.’ Maar ik ben de Mensenzoon. God heeft mij de macht gegeven om te vergeven. Dat zal ik jullie laten zien.’
Toen zei Jezus tegen de man die niet kon lopen: ‘Sta op, pak je draagbed op, en loop naar huis.’ Meteen stond de man op. Hij pakte zijn bed op en liep weg.
Iedereen had gezien wat er gebeurd was. De mensen waren diep onder de indruk. Ze dankten God en zeiden: ‘Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt!’
Lees het verhaal voor. Nadien vraag je de leden om te zoeken naar herkenning bij elk van de personages. Geef iedereen even de tijd om voor zichzelf stil te staan bij de personages, hun gedrag en hun mogelijke gevoelens:
Timing
Korte versie: vijf minuten
Lange versie: vijftien minuten
Vooraf
Bereid vragen voor op maat van je afdeling/groep: de bedoeling is dat iedereen zich op zijn gemak voelt en dat jullie elkaar wat beter leren kennen. Zorg voor uiteenlopende vragen, hieronder vind je suggesties.
Verloop
De groep staat in een cirkel op comfortabele afstand, wie ‘ja’ antwoordt, zet een stap naar voren. De binnencirkel kijkt even wie er nog staat en dan doen ze samen iets: een korte move of dansje, een schouderklop … Daarna stapt iedereen terug naar achter en is het tijd voor de volgende vraag. De kinderen of jongeren ontdekken zo met wie ze wat gemeen hebben en hoe ze van de andere groepsleden verschillen.
Suggesties voor vragen
- Vragen voor de jongste afdelingen:
- Ik maakt me graag vuil
- Ik ben thuis braver dan bij oma & opa
- Soms ben ik de clown van de groep
- Ik speel een instrument.
- Ik win graag en heb het moeilijk om te verliezen.
- Ik ben soms heel wild en soms heel rustig.
- Ik vertel graag verhalen aan de leiding.
- Ik leer graag nieuwe spelletjes kennen.
- Ik zeg soms iets lelijks waar ik later spijt van hem.
- Vragen voor de oudere afdelingen:
- Frieten zijn the max!
- Ik ben de speelvogel in de groep.
- Ik probeer iedereen bij de groep te betrekken.
- Ik heb al eens afscheid genomen van iemand.
- Ik probeer er altijd de sfeer in te houden.
- Ik sta niet zo graag in de belangstelling.
- Ik verleg grenzen tijdens activiteiten.
VERHAALMETHODIEK
Timing
Korte versie: tien minuten
Lange versie: dertig minuten tot een (les)uur
Vooraf
Meer dan één bijbelverhaal is op verschillende manieren te lezen: vanuit het perspectief van telkens een ander personage, komen er originele invalshoeken tevoorschijn. Je kan bij de gebeurtenissen in het verhaal blijven of een thema kiezen om rond te werken, bijvoorbeeld vriendschap.
Verhaal van de vijf vrienden (Genezing van de lamme)
Marcus 2, 1-12 (https://www.debijbel.nl/bijbel/BGT/MRK.2)
Een tijdje later kwam Jezus terug in Kafarnaüm. Toen de mensen hoorden dat hij er weer was, kwamen ze allemaal naar zijn huis. Zelfs buiten voor de deur was er geen plaats meer. Jezus vertelde de mensen over God.
Toen kwamen er nog vier mensen aan. Ze droegen een man die niet kon lopen. Maar door de drukte konden ze hem niet bij Jezus brengen. Daarom maakten ze een gat in het dak, precies boven Jezus. Ze lieten hun zieke vriend op zijn draagbed naar beneden zakken.
Jezus zag dat die mensen in hem geloofden. Daarom zei hij tegen de man die niet kon lopen: ‘Ik vergeef je alles wat je verkeerd gedaan hebt.’
Er zaten een paar wetsleraren tussen de mensen. Die dachten bij zichzelf: Zoiets mag hij helemaal niet zeggen! Hij beledigt God. Alleen God kan de zonden van mensen vergeven!
Maar Jezus wist wat ze dachten. Daarom zei hij tegen hen: ‘Het is anders dan jullie denken. Het lijkt makkelijk om tegen iemand die niet kan lopen, te zeggen: ‘Ik vergeef je alles wat je verkeerd gedaan hebt.’ Het lijkt veel moeilijker om tegen hem te zeggen: ‘Sta op, pak je draagbed op, en ga lopen.’ Maar ik ben de Mensenzoon. God heeft mij de macht gegeven om te vergeven. Dat zal ik jullie laten zien.’
Toen zei Jezus tegen de man die niet kon lopen: ‘Sta op, pak je draagbed op, en loop naar huis.’ Meteen stond de man op. Hij pakte zijn bed op en liep weg.
Iedereen had gezien wat er gebeurd was. De mensen waren diep onder de indruk. Ze dankten God en zeiden: ‘Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt!’
Lees het verhaal voor. Nadien vraag je de leden om te zoeken naar herkenning bij elk van de personages. Geef iedereen even de tijd om voor zichzelf stil te staan bij de personages, hun gedrag en hun mogelijke gevoelens:
- Lamme vriend: wanneer durf ik niets te zeggen, te doen? Voel ik soms dat mijn hoofd niet kan denken of dat mijn lichaam verstijft?
- Dragende vrienden: hoe en wanneer probeer ik mijn vrienden te helpen?
- Jezus: hoe probeer jij steun te zijn (voor de lamme persoon), bij wie zoek jij steun, van wie kreeg je al steun?
- Omstaanders: help ik soms iemand die ik niet goed ken?
- met iedereen of eerst in kleine groepjes
- naar keuze of per vraag.